Wat is het grote verschil tussen valide tennis en rolstoeltennis?
Iedereen zegt dan “De bal mag twee maal stuiten”. Dat is de standaard opmerking van de meeste tennissers. Was dat maar het enige verschil, dan was het voor mij als trainer/coach niet zo’n grote omschakeling geweest van valide tennis naar rolstoeltennis. Dan hadden we waarschijnlijk ook meer trainers die rolstoeltennis zouden geven. Maar helaas zo simpel is het dus niet.
Ik ben nu 10 jaar fulltime bezig als trainer/coach van beginnende spelers tot wereldtoppers, van junioren tot 65 plussers en ik heb een aantal buitenlandse spelers onder mijn hoede die in hun land niet de trainingen kunnen krijgen die ze nodig hebben. En nog iedere dag leer en verbeter ik mezelf binnen deze sport, omdat er zoveel factoren zijn die de aandacht nodig hebben en nog in de kinderschoenen staan. Denk daarbij aan de handicap met de grote verschillen daarin. Wat kan je wel in plaats van wat kan je niet. Dat is voor iedereen echt anders, zelfs met dezelfde handicap.
''Nog iedere dag leer en verbeter ik mezelf binnen deze sport"
Aandachtspunten rolstoeltennis
Voetenwerk/mobiliteit (erg belangrijk): Om goed voor de bal te komen staan.
Techniek: Komt erg overeen met het valide tennis. Denk daarbij aan Forehand topspin, Backhand slice, side slice, Service (topspin, kick, vlak). Het zijn wel allemaal de bijzondere technieken binnen het valide tennis die ze pas leren als de basisslagen oké zijn. Bij het rolstoeltennis zijn dit juist de basisslagen. Backhand reverse ofwel de geslagen Backhand. Die kennen we niet binnen het valide tennis, met als uitzondering Berasategui (finalist Rolland Garros 1994).
Tactiek: Verschuiving in de laatste jaren van schaaktennis naar meer powertennis.
Fysieke aspect: Erg belangrijk voor een roller. Denk daarbij aan stabiliteit, explosiviteit, behendigheid, startsnelheid, lenigheid, enz.
Wij als valide tennissers sprinten naar de bal toe (spanning op de benen) en brengen in de loopactie het racket al naar achteren om vervolgens, zonder spanning op de armen, te slaan. In de sportrolstoel sprinten we naar de bal toe (spanning in de armen) en brengen het racket na het loslaten van de hoepel (waardoor de rolstoel tijdelijk stuurloos wordt) naar achter en met die spanning in de armen, toch proberen ontspannen het racketblad te versnellen. En dan nog het herstel terug naar het midden achter de baselijn. Als valide speler blijf je naar voren kijken en houdt de bal in het zicht, terwijl je met kruis- en of aansluitpassen terug gaat. In de sportrolstoel gaat dat niet. Je maakt een draai positief of negatief waardoor je kort met de rug naar de bal komt: je bent de balbaan dus even kwijt, om vervolgens over je schouder de bal weer op te pikken en verder te gaan met de rally.
